Installatie en gebruik van de laadinfrastructuur en voorwaarden voor het gebruik van de laadkaart

1. Installatie van laadinfrastructuur en gebruik door bestuurder

1.1. Deze bepaling is van toepassing op de installatie en het gebruik van een laadinfrastructuur op de privé-eigendom van de bestuurder van een elektrisch voertuig (EV) en de verbintenissen van de Klant en de bestuurder in verband hiermee.

1.2. Als de Klant aan de bestuurder een laadinfrastructuur levert als inherent accessoire voor het gebruik van een EV (dat bijgevolg inbegrepen is in het maandelijkse leasebedrag), erkent de Klant dat LeasePlan over de volledige duur van het gebruiksrecht van de EV eigenaar blijft van de laadinfrastructuur. Bijgevolg is de Klant ervan op de hoogte dat:

1.2.1. De laadinfrastructuur over de gehele gebruiksduur van de EV een roerend goed blijft, hoewel hij op de eigendom van de bestuurder wordt geïnstalleerd, behalve als het gebruiksrecht van de laadinfrastructuur vroegtijdig wordt beëindigd, dus voor de feitelijke einddatum van het gebruiksrecht van de EV (door de beëindiging van de arbeidsrelatie met de Klant om welke reden ook, door een verandering van bestuurder of een verhuizing van de bestuurder naar een andere woonplaats). In het geval van vroegtijdige beëindiging, zal de boekwaarde van de laadinfrastructuur aan de klant gefactureerd worden;

1.2.2. De eigendom van de laadinfrastructuur op het einde van het gebruiksrecht automatisch wordt overgedragen aan de eigenaar van het pand (waar de infrastructuur werd geïnstalleerd), tenzij de Klant (namens de bestuurder) of de bestuurder LeasePlan binnen 10 werkdagen vanaf de kennisgeving door LeasePlan schriftelijk op de hoogte brengt van de beslissing om de infrastructuur te laten verwijderen. In geval de laadinfrastructuur verwijderd moet worden, zal een vaste verwijderingskost worden aangerekend aan de bestuurder.

1.3. De laadinfrastructuur zal geïnstalleerd en beheerd worden door een leverancier van LeasePlan. Bijgevolg waarborgt de leverancier de correcte werking van de infrastructuur en is hij aansprakelijk voor eventuele verborgen of andere gebreken.

1.3.1. Hierbij erkent de Klant dat:

  • 1.
  • 2.

1.3.2. De Klant erkent ook dat de bestuurder zijn/haar verzekeraar, de verzekeraar van de verhuurder of de verzekeraar van de mede-eigendom op de hoogte moet brengen om ervoor te zorgen dat de dekking door de brandverzekeringspolis geldig blijft en de laadinfrastructuur dekt tijdens de volledige duur van het gebruiksrecht van de EV. Hierbij wordt de Klant ervan in kennis gesteld dat LeasePlan niet aansprakelijk is voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door het verkeerd of niet informeren van de brandverzekeraar over de installatie van de laadinfrastructuur en het gebruik ervan door de bestuurder.

1.3.3. De Klant erkent hierbij dat LeasePlan geen garantie geeft op de laadinfrastructuur en zijn werking. Bijgevolg verbindt de Klant zich ertoe geen schadeloosstelling van LeasePlan te eisen in verband hiermee.

1.3.4. De Klant is zich er ook van bewust dat LeasePlan niet aansprakelijk is voor het onderhoud of de herstelling van de laadinfrastructuur. Dergelijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd op verantwoordelijkheid van de bestuurder. Daarom ziet de Klant uitdrukkelijk af van het recht om een vordering tegen LeasePlan in te stellen in geval van defecten of gebreken, inclusief verborgen gebreken, aan de laadinfrastructuur of van directe of indirecte schade als gevolg van een defect of gebrek.

1.3.5. Bij automatische eigendomsoverdracht stuurt LeasePlan de bestuurder het slotdocument voor de eigendomsoverdracht toe.

1.4. Voor de bestelling van de EV en de laadinfrastructuur, al dan niet via het daartoe bestemde LeasePlan platform, moet de bestuurder ook duidelijk worden geïnformeerd over de modaliteiten waarvan sprake is in de artikelen 1.2 en 1.3. Deze modaliteiten moeten rechtstreeks door de bestuurder zelf worden aanvaard en erkend (anders kan het bestelproces niet worden afgerond).

In het geval dat de bestuurder niet bij het bestelproces van de EV wordt betrokken, verbindt de Klant zich ertoe de bestuurder op duidelijke en transparante wijze te informeren over de implementatie en de daaruit volgende verplichtingen voor de bovengenoemde bestuurders met betrekking tot de laadinfrastructuur zoals beschreven in de artikelen 1.2 en 1.3. Die voorwaarden zijn opgenomen in het document 'Verklaring van de bestuurder' dat LeasePlan naar de Klant zal versturen bij elke bestelling van een EV met installatie van een laadinfrastructuur. De Klant verbindt zich ertoe deze Verklaring door te sturen naar de betrokken bestuurders.

1.5. Als een laadinfrastructuur niet gebruikt kan worden vanwege onderhoud, schade, reparatie, defecten, aansluitingsproblemen, storingen of een andere reden, dan zal dit geen invloed hebben op de verplichting van de Klant tot betaling van de leaseprijs en eender welke gerelateerde kosten.

1.6. LeasePlan zal zich inspannen om de laadinfrastructuur door haar leverancier te laten installeren vóór de effectieve leveringsdatum van de EV. Indien de installatie van de laadinfrastructuur op voorhand echter niet haalbaar is om redenen buiten de wil van LeasePlan, zal de Klant de ontvangst (d.w.z. de effectieve levering) van de EV niet langer dan 30 kalenderdagen kunnen uitstellen.

2. Voorwaarden voor het gebruik van de laadkaart

2.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op het gebruik van een laadkaart die door LeasePlan ter beschikking van de Klant wordt gesteld. Deze voorwaarden maken integraal deel uit van de leasingovereenkomst(en).

2.2. Gebruik van de laadkaart

2.2.1. Laadkaarten zullen eigendom zijn van LeasePlan. De door LeasePlan te verstrekken laadkaart kan door de Klant gebruikt worden om het relevante voertuig aan laadstations op te laden.

2.2.2. De laadkaart moet altijd gebruikt worden in overeenstemming met de instructies van LeasePlan en de laadkaart blijft eigendom van LeasePlan.

2.3. Vergoedingen

2.3.1. Een vergoeding voor het gebruik van de laadkaart en de daarbij behorende verwerking, administratie en rapportering door LeasePlan is inbegrepen in de maandelijkse leasetermijn.

2.3.2. Alle betalingen die met behulp van de laadkaart verricht werden, zijn volledig voor rekening van de Klant. Alle kosten in verband met het gebruik van de laadkaart worden toegevoegd aan de maandelijkse facturen.

2.3.4. De kosten voor het gebruik van een laadinfrastructuur worden vóór aanvang van het laadproces aangegeven in de App (inclusief btw) en/of aan de laadinfrastructuur zelf.

2.3.5. Na beëindiging van het gebruiksrecht van de laadkaart kan de Klant de kaart niet langer gebruiken en is de Klant verplicht ze onmiddellijk te vernietigen om ze onbruikbaar te maken, of dat door derden te laten doen.

2.3.6. LeasePlan zal de Klant alle eventuele elektriciteitskosten aanrekenen, die aan een van zijn bestuurders worden terugbetaald voor de elektriciteit die door zulke bestuurders via hun laadinfrastructuur gebruikt zou worden. De administratie van LeasePlan zal als afdoend bewijs gelden van dergelijke betalingen en de Klant zal zulke betalingen niet kunnen betwisten.

2.4. Misbruik, verlies en aansprakelijkheid

2.4.1. De Klant is aansprakelijk voor betalingen die verricht werden met behulp van de laadkaart door onbevoegde personen en voor alle schade die LeasePlan of een derde zou lijden als gevolg van een onwettig gebruik, verkeerd gebruik, misbruik, verlies of diefstal van de oplaadkaart. De Klant zal LeasePlan in dit opzicht vrijwaren tegen alle eventuele claims van derden.

2.4.2. De Klant zal niet aansprakelijk gesteld worden, als objectief werd vastgesteld dat de relevante laadkaart blootgesteld werd aan 'skimming'.

2.4.3. Bij onwettig gebruik, verkeerd gebruik, misbruik, verlies, diefstal of vermoeden van skimming van de laadkaart zal de Klant LeasePlan hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen.

2.4.4. De EV dat via een laadinfrastructuur wordt opgeladen en de benodigde hulpmiddelen hiervoor zoals de kabel, moeten te allen tijde voldoen aan alle geldige wettelijke bepalingen. LeasePlan kan niet aansprakelijk worden gesteld, mocht de EV niet opgeladen kunnen worden of niet veilig opgeladen kunnen worden als gevolg van een defect aan het elektrische voertuig en/of de gebruikte hulpmiddelen.

2.4.5. LeasePlan kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van een mogelijke afwijzing van de laadkaart door een eventueel defect aan een laadkaart.