10 februari 2020

In automiddens is het intussen een dooddoener van formaat, toch lijkt het er sterk op dat de auto-industrie het komende decennium inderdaad sterker zal evolueren dan de voorbije eeuw. Als je (klein-)kinderen zich binnenkort afvragen ‘waar die pedalen nu eigenlijk voor dienden’ of ‘hoe een tankstation eruit zag’, dan is dat mede aan deze technologische revoluties te danken…

1. Elektrificatie

De hele technologische omwenteling begint natuurlijk bij de elektrificatie van ons wagenpark, een technologische conditio sine qua non die sinds het uitbreken van het Dieselgate-schandaal in 2015 in een letterlijke stroomversnelling is terechtgekomen. In het besef dat de auto-industrie écht niet langer op inmiddels 130 jaar oude aandrijftechnologie kon blijven teren, hebben veel autobouwers op dat moment de knop omgedraaid. Het resultaat is een ongeziene energietransitie die onze ‘analoge’ auto’s op fossiele brandstof zachtjesaan wil doodknijpen, ten voordele van volledig elektrische en dus ook emissievrije alternatieven. Al valt er over dat laatste wel een aardig woordje te discussiëren, want zowel naar productie als naar stroomvoorziening toe hebben we nog een lange weg te gaan…

2. Solid-state batterijen

Range anxiety (de angst om zonder stroom te vallen, nvdr), lange laadtijden, hoge kostprijzen, en ga zo maar door: rabiate EV-haters hebben vandaag nog steeds redenen genoeg om te blijven zweren bij hun vervuilende dieselstoof. Daar zou binnenkort wel eens verandering in kunnen komen, nu de ontwikkeling van de zogeheten solid state-batterij in de laatste rechte lijn zit. Deze ‘superbatterij’ met vaste elektrolyt beschikt over een energiedensiteit die tot 2,5 keer hoger ligt dan de huidige lithium-ions, maar kan vooral aanzienlijk sneller geladen worden. Zowel de auto-industrie als de onderzoekswereld (het Leuvense Imec speelt een pioniersrol bij de ontwikkeling van solid state-technologie, nvdr) zijn momenteel naarstig op zoek naar oplossingen om de solid state-batterij op een aanvaardbaar prijsniveau te krijgen.

3. Inductief laden

3. Inductief laden

Mocht de bovenstaande solid state-technologie alsnog op niets uitdraaien, dan nog heeft de auto-industrie een aantal plannen achter de hand om de doorbraak van de elektrische auto te forceren. Eén van de pistes die momenteel op tafel ligt, is inductieladen, een techniek die het vervelende gedoe met laadkabels voorgoed uit de weg moet ruimen. Hoewel een aantal merken (o.m. BMW, Mercedes-Benz en Kia) al een draadloos laadsysteem aanbieden, staat de technologie nog niet helemaal op punt: via het elektromagnetisch veld wordt namelijk een deel van de energie ‘gemorst’, waardoor het laadproces trager loopt in vergelijking met een klassieke laadkabel.

4. Autonoom rijden

Over de introductie van de volledig marktklare autonome wagen wordt vandaag nog veel gespeculeerd. In het beste scenario zou dat nog 10 jaar kunnen duren. Eén van de belangrijkste technologische hordes die moet genomen worden, is die van de data. Een autonome wagen zal zoveel data moeten kunnen verwerken dat daarvoor CPU’s (Central Processing Unit) nodig zullen zijn die meerdere Teraflops aan verwerkingssnelheid aankunnen. Om je een idee te geven: een CPU met 1 Teraflop kan 100.000.000.000 bewerkingen per seconde aan. Die niveau 5 autonome wagen zal weliswaar geconnecteerd zijn (zie ook punt 3), maar zal ook voldoende zelfstandig moeten zijn om zelf alle verkeersomstandigheden te interpreteren en er adequaat op te reageren. Een cloud-oplossing waarbij de auto louter via connectiviteit functioneert, is geen realistische oplossing. Netwerken kunnen namelijk uitvallen en dan heb je een autonome wagen die “blind” rijdt omdat hij niet over de nodige data beschikt. Daarnaast is er nog een waslijst aan uitdagingen: de nood aan meer sensoren, de betrouwbaarheid en de veiligheid, de 360-gradenwaarneming in alle omstandigheden (regen, tunnels, plots opduikende personen of dieren, ... ), de artificiële intelligentie (planning, beslissing en uitvoering), de lokalisatie (nood aan nauwkeurigere en bijgewerkte kaarten) en last but not least: de wetgeving, die globale standaarden zal moeten vastleggen.

5. V2V -en V2I-technologie

5. V2V -en V2I-technologie

Zelfrijdende auto’s maken gebruik van omgevingsdata die veel verder gaan dan wat door de talloze camera’s, lidars en radars wordt gedetecteerd. Ze hebben bijvoorbeeld realtimegegevens nodig over het verkeer, over files en ongevallen, en moeten dus verbonden zijn met een server. Bosch heeft hiervoor de ‘connected horizon’ ontwikkeld: een systeem dat een dynamische analyse mogelijk maakt van het af te leggen traject en dus ook een eventuele aanpassing van de rijstrategie kan berekenen. Dankzij de connected horizon kunnen geautomatiseerde auto’s anticiperen, en dat komt het comfort en de veiligheid tijdens de rit ten goede. De geconnecteerde auto’s worden gewaarschuwd (of waarschuwen elkaar) als ze een gevarenzone naderen, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een bocht of achter een heuvel, zodat ze preventief kunnen vertragen. De doorbraak van deze V2V- (Vehicle-to-Vehicle) of V2I-technologie (Vehicle-to-Infrastructure)-technologieën is cruciaal voor de ontwikkeling van autonoom rijden, al moeten we helaas ook vaststellen dat de lokale overheden dit nog lang niet overal begrepen hebben…

6. Artificiële intelligentie

6. Artificiële intelligentie

Dankzij de toevoeging van artificiële intelligentie (AI) en machineleren stelt de autonome wagen zich op als een rijdende metgezel die zijn inzittenden niet alleen van A naar B wil brengen, maar hen onderweg ook van alle comfort en entertainment wil voorzien. Naar verwachting zal de automotive AI-markt, die vandaag nog in zijn kinderschoenen staat, in 2025 bijna 11 miljard dollar bedragen. Het Londense marktonderzoeksbureau IHS Markit voorspelt dat de installatiegraad van op AI-gebaseerde systemen in nieuwe voertuigen tegen die tijd zal stijgen met 109%.

Volgens Microsoft, dat uiteraard wel brood ziet in die evolutie, zal AI onze mobiliteit en ons leven drastisch veraangenamen. Het softwarebedrijf wil de autonome auto koppelen aan apps en digitale assistenten, die in staat zijn onze agenda’s, gebruikelijke woon-werkroutes en andere verkeersdata te interpreteren. Staat er in je agenda bijvoorbeeld dat je een afspraak hebt om twee uur of merkt het algoritme dat je elke dag rond kwart over vijf naar huis vertrekt? Dan berekent de AI de snelste route, de verkeersdrukte rond die tijd en zorgt hij dat er op het juiste moment een auto voor je komt aangereden. Simple comme bonjour.

7. Maas (Mobility-as-a-Service)

Het is moeilijk te vatten voor wie nog een Ferrari F40 of Lamborghini Countach tegen de muur van zijn tienerkamer had hangen, maar de gemiddelde millennial is veel minder geneigd om een rijbewijs te halen, laat staan een eigen auto te bezitten. In die context is het ook veel makkelijker te vatten waarom Mobility-as-a-service, kortweg MaaS, de komende jaren fors aan belang zal winnen. Dankzij het MaaS-principe kunnen gebruikers à la carte kiezen uit een waaier aan mobiliteitsoplossingen, gaande van carpoolingdiensten, deelauto’s of -fietsen of openbare vervoersnetwerken, die makkelijk via één en dezelfde app gereserveerd en betaald kunnen worden.