BYD Seal
Auto review
Gestroomlijnd als een zeehond
De Seal hoort thuis in het D-segment, waar hij het moet opnemen tegen de Tesla Model 3, de BMW i4, de nieuwe Volkswagen ID.7 en de erg aerodynamische Hyundai Ioniq 6. De Seal doet qua stroomlijn trouwens amper onder voor die Zuid-Koreaan, met zijn luchtweerstandscoëfficiënt van amper 0,219.
Uiterlijk is de Seal een 4,8 meter lange klassieke drievolumeberline met een lage en spitse voorpartij. De achterklep gaat getooid met een doorlopende ledstrip tussen de achterlichten en de voluit gespelde merknaam. In profiel trekken enkele opmerkelijke aerodynamische addenda de aandacht zoals de drie vinnen onder de achterdeuren. Binnenin is hij comfortabel en best ruim, maar de koffer is met 402 liter eerder klein. Er is wel een extra koffer vooraan die 53 liter kan bevatten.
Cell-to-Body-accu
Hét technologisch huzarenstukje van deze berline is de inbouw van de batterij. Die voor BYD typische “blade battery” is namelijk een integraal onderdeel van de dragende structuur en vormt zo de vloer van de auto. Niet alleen kon het koetswerk van de Seal daardoor langer zijn dan bij andere EV’s, met behoud van dezelfde hoofdruimte, maar ook de structurele stijfheid is zo veel groter.
De ultraplatte accu zelf is door zijn lithium-ijzerfosfaat-samenstelling veel brandveiliger dan klassieke lithium-ionexemplaren. Er wordt ook geen kobalt voor gebruikt. Hij heeft een inhoud van 82 kWh en kan met gelijkstroomladers aan 150 kW worden opgeladen. Met driefasige wisselstroom kan het aan 11 kW.
3,8 seconden naar 100
BYD biedt de Seal aan met achter- of met vierwielaandrijving. De eerste heeft één elektromotor van 230 kW (313 pk) en accelereert naar de 100 in 5,9 seconden. De AWD-uitvoering heeft een tweede elektromotor op de vooras. Hij levert niet minder dan 390 kW (531 pk) en sprint naar de honderd in 3,8 tellen. Hij weet dat vermogen overigens goed te managen.
Volgens BYD haalt de achterwielaangedreven variant tot 570 kilometer met één batterijlading en doet de AWD-versie daar met 520 kilometer niet veel voor onder. Dat die cijfers met een korrel zout moeten genomen worden, is intussen genoegzaam bekend, maar het zijn hoe dan ook veelbelovende waarden in een druk bevochten segment.
Naar de prijs van de Seal is het nog even gissen. Hij wordt tegen het eind van de zomer verwacht en werpt zich met zijn uitrusting, prestaties en rijbereik op als een te duchten concurrent in het D-segment.
