Auto review – Toyota RAV4 Plug-in Hybrid
Verplicht nummer
Als specialist van de zelfopladende hybride ziet Toyota geen meerwaarde in plug-in hybrides. Gedwongen door de Europese uitstootobjectieven gaat het merk met deze RAV4 toch overstag.
Krachtig baasje
Deze RAV Plug-inhybride is gebaseerd op de ‘gewone’ hybride RAV4 en maakt dus ook gebruik van een viercilinder van 2,5 liter. Die combineert hij met een elektromotor op de vooras en een tweede op de achteras voor vierwielaandrijving en een gecombineerd vermogen van 306 pk. Dat is veel voor deze gezins-SUV, die moeiteloos de begrensde top van 180 km/h haalt en in een flitsende 6 seconden de 100 km/h-grens bereikt.
De stevige batterij onder de vloer is 18,1 kWh groot en brengt de bestuurder en zijn inzittenden zo’n 80 kilometer ver met één volle lading. De RAV4 kan elektrisch tot 135 km/h rijden en geeft altijd voorkeur aan de elektromotoren, zolang de batterij niet leeg is of er geen nood is aan het volledige vermogen.
CO2-kampioen
Met een officiële WLTP-CO2-uitstoot van 22 g/km, wat overeenkomt met precies één liter benzine per honderd kilometer, belooft Toyota een uitzonderlijk laag verbruik. Dat kan ook effectief als je per traject weinig extra rijdt dan het elektrische rijbereik van de batterij en systematisch de accu oplaadt.
Ons testverbruik van 2,3 l/100 km aan benzine (en 24 kWh/100 km aan elektriciteit) is hoe dan ook een uitstekende waarde die bewijst dat zelfs een zware en krachtige SUV erg zuinig kan zijn als je oplaadt waar dat kan.
Als je hem niet kan opladen rijdt deze plug-in als een klassieke Toyota-hybride en blijft het verbruik nog steeds onder controle, met gemiddeld’n 6 l/100 km, wat ongeveer hetzelfde is als bij de klassieke Hybrid.
Zelfde kwalliteiten
De inplanting van het accupakket had zo goed als geen gevolgen voor de praktische bruikbaarheid van de RAV4. De koffer heeft een 3,5 centimeter hogere vloer maar behoudt optioneel een opbergvak eronder en kan nog steeds een dikke 500 liter bevatten, terwijl de binnenruimte even genereus is als in de “normale” versie.
Het comfort is verder identiek aan dat van de Hybrid, met een goede geluiddemping, degelijke materialen en een piekfijne assemblage, terwijl de knap getekende voorstoelen ook goed zitten en een voortreffelijke steun bieden.
Toyota bekeerde zich niet van harte tot het plug-in-universum, maar doet dat met de RAV4 wel op een uitstekende manier. Professionele gebruikers doen er op TCO-vlak een uitstekende zaak mee, maar voor particulieren lijkt de gewone Hybrid toch de interessantste keuze omwille van het grote verschil in aankoopprijs dat haast onmogelijk kan worden terugverdiend door een lager verbruik.
1930 Zaventem
1930 Zaventem